De boeken in het Bijbelboek Openbaring

(gepubliceerd in Confessioneel)

 

Door: Drs. Mr. J. Wouters

 

 

Schrijver heeft onderzoek verricht naar de boeken van Openbaring. Dit artikel beperkt zich tot het ‘met zeven zegels verzegelde boek’ (5,1) en het ‘geopende boekje’ (10,1). Wat valt te zeggen over deze boeken en hun (heils) betekenis?

 

 

Het Bijbelboek 

Openbaring heeft alles te maken met de ‘eindtijd’, die begint op het moment dat Johannes zijn visioenen kreeg (1,1 en 1,3). Omdat de eschatologische gebeurtenissen nu nog niet voleindigd zijn, is de eindtijd ook nu. Alle christelijke tijd is eindtijd.

 

 

Het troonvisioen: thema’s 4 en 5

In 4,1 ontvangt Johannes de belofte dat hem getoond wordt wat hierna geschieden zal, een belofte die pas in 16,17 wordt ingelost met de woorden: ‘.. het is geschied’. 4 beschrijft Hem die op de troon zit en de eer die Hij ontvangt van hen die Hem omringen. Rondom de troon is een regenboog, het symbool van Gods trouw en zijn 24 tronen met daarop 24 oudsten met witte klederen en gouden kronen. Rondom de troon bevinden zich 4 dieren die, samen met de oudsten, de Gezetene op de troon eren (4,8-11). Het hoofdthema in 4 is: wie regeert de wereld en aan wie zijn de mensen trouw? Het Lam ontvangt in 5 de boekrol en dat gaat gepaard met aanbidding van het Lam. De inhoud van de verzegelde boekrol is voorshands niet bekend. De voortstuwing naar de voleinding heeft als vertrekpunt de intronisatie (kroning) van het Lam. De boekrol van 5 staat centraal en beheerst alle eschatologische gebeurtenissen tot en met de parousie. Het thema van 5 is: hoe bedoelt God te verzekeren dat zijn souvereiniteit wordt opgelegd aan de hemelse raad?

 

De waardigheid van het Lam dat tot opening van het verzegelde boek gerechtigd is tekent de overwinning in de eschatologische oorlog tegen het kwaad. De literatuur stelt het plechtige openingsvisioen in 4 en 5 centraal, omdat vanuit die troon het Bijbelboek zich ontwikkelt. Het troonvisioen in 4,5 bevat de strafinstrumenten vanuit de troon (bliksemstralen, stemmen, donderslagen). Telkens bij afsluiting van de reeksen van zegels, bazuinen en schalen, op cruciale momenten en steeds bij nummer zeven van de reeks, verschijnen die strafmiddelen (8,5;11,19;16,18-21) met een progressie. Verdere ontwikkelingen hebben ook die troon als basis, zoals de engelen (14,15,17,18;1,1,15,6), andere boden (14,14), stemmen (9,13;11,12;16,17;19,5;21,3,5;16,1), oordelen (20,11-15;8,5) en zegeningen (22,1).

 

 

Herhaling-progressie-gradatie

De series van de zegels en de bazuinen bevatten telkens hun vervolg. De zegels omvatten 4,1-22,5, de bazuinen 8,1-22,5 en de schalen 11,15-22,5. Dat verzekert de lineaire voortgang. Het gaat om open cycli, die elkaar niet simpel herhalen, maar zich uit elkaar ontwikkelen, terwijl elke serie toch een eenheid is. In 6,9-11 lezen wij de vraag van de martelaren, ‘hoe lang nog’? en het antwoord houdt in dat zij nog een korte tijd moeten wachten. In 8,2-5 bij de introductie van de zeven zegels en bazuinen zet God hun rehabilitatie in, maar die is pas compleet in 21-22, want dan vindt de insluiting van satan en de beesten definitief plaats. Toch proclameert de zevende bazuin al in 10,5-7 de voleinding en is het koninkrijk van God en Christus gevestigd in 11,15. Het (laatste) oordeel verschijnt ook op verschillende plaatsen (7, slot 11, 14,15,19,20).

 

In deze herhaling zit gradatie. Het object en het doel van de bazuinen en de schalen lopen parallel. De eerste (dus: bazuin en schaal) ziet op de aarde (8,7; 16,2), vervolgens de zee (8,8;16,3), dan rivieren (8,10;16,4), zon (8,12;16,8), put/afgrond (9,2-3;16,10), Eufraat (9,14;16,12) en de zevende op de wederkomst ten oordeel (11,15-19;16,17-18). Gradatie is ook intensivering. De roep om Gods oordeel klinkt steeds sterker, de waarschuwingssignalen indringender. Het optreden van Christus is eerst nog sparend (zegels), daarna alarmerend (bazuinen) en uiteindelijk wrekend. Bij het openen van de zeven zegels wordt een vierde van de wereld getroffen, bij het blazen op de bazuinen een derde en tenslotte bij het uitgieten van de schalen de gehele wereld.

 

 

Conclusie structuur en plaats boeken

De tekstindeling vormt geen ‘tijds’-afbakeningen, maar verbanden. Het gaat om dezelfde, gelijktijdig optredende fenomenen, met telkens een andere plaats van de camera. De ernst en de sfeer wordt gaandeweg grimmiger, de oproep tot bekering dringender, maar de weigering tot bekering hardnekkiger (9,21 en 16). De boekrol van 5 omvat alle eschatologische gebeurtenissen.

 

 

Betekenis boeken in 5 en 10

De boekrol van 5 is van binnen en achteren beschreven en met zeven zegels verzegeld (naar Ez.2,9-10). Na de opening van de zegels komt iets van de inhoud via de zeven bazuinen en de schalen naar buiten. Op. 5 -8 beschrijven het verbreken van de zegels, maar bevatten weinig indicatie over de inhoud. De boekrol bevat Gods strafmaatregelen tegen de vijanden. Het overhandigen daarvan betekent een mandaat tot een gericht, het ‘executeren’ (voltrekken) van de eschatologische straffen. De rol is dan het symbool van de unieke betekenis van Christus en de heerschappij die Hij van zijn Vader ontving. Alleen Christus kan als Lam, maar ook als Opgestane de boekrol openen en de raadsbeslissing van God executeren. Het kruis is de basis voor zijn bestuur.

 

 

Boek als eigendomsbewijs

Origineel is het contracts-idee, waarin de boekrol een ‘eigendomsakte’ is. Christus is de eigenaar van de aarde. Treffend is de verwijzing naar Jeremia 32,6-15, waarin de profeet, vlak voordat Jeruzalem door Nebukadnezar wordt ingenomen en Israël voor de ballingschap staat, een stuk grond moet kopen. Levering van dat perceel was nog niet mogelijk, eerst volgde de ballingschap van 70 jaar. Terwijl –ook anno 2006- de vijanden voor de poorten van en in de wereld staan is het Lam toch rechtmatig eigenaar van de aarde. De boekrol is het bewijs voor de verlossing van aarde en haar anti-machten.

 

 

Identificatie boeken in 5 en 10

De aansluiting van Op. bij de structuur van Ezechiël is frappant. In dat Bijbelboek gaat het om één boekrol, die de profeet ook moet eten. Dat wijst in de richting van identificatie van de boeken van Op. 5 en 10. De meeste schrijvers concluderen daartoe. De ketting van bemiddeling van Openbaring is gepresenteerd in 1,1. De sterke engel die Johannes de rol in 10 overhandigt is dezelfde als de engel in 1,1. De rol van 5 is in 10 niet meer verzegeld, maar geopend. De noties van herhaling, progressie en gradatie bevestigen deze identificatie. Tussen de boeken bestaat wel een kwalitatief onderscheid. Het boek in Op.10 is een aardse transformatie van het hemelse boek van Op.5. De ‘Goddelijke majesteit’ van het boek in Op.5 wordt in Op.10 getransformeerd tot ‘mensenmaat’. Johannes profeteert vanuit een geopende boekrol en het thema daarvan is: Christus regeert en overwint!